Terug naar de 9e eeuw na Christus. De Noormannen gebruikten Engeland als uitvalsbasis voor hun plunderingstochten op het vasteland. Het was een zeevarend volk en ze zakten af naar grote rivieren zoals de Maas die ze vanuit Gent bevoeren. In het dorpje Asselt, eveneens gelegen aan de Maas lag een palts. Dat was een plaats waar voorraden van vorsten werden verzameld. De Noormannen namen de palts in en versterkten hem met aarden wallen. Vandaaruit ging het plunderen verder en tussen 881 en 882 was er geen plek meer veilig in het land tussen de Maas en de Rijn. De schrijver Bawarus (wat zoiets betekende als ‘uit Beieren’) beschreef hoe de Noormannen grote gebieden plunderden.
Keizer Karel III, ook bekend als ‘de Dikke’ heerste over het Frankische rijk. Karel was volstrekt niet in staat om de strijdende Noormannen te verslaan en daarom probeerde hij met ze te onderhandelen; als Godfried, de koning van de Noormannen zich liet dopen tot christen, dan mocht hij over Friesland regeren. Aan Siegfried, de andere koning van de Noormannen werd goud en zilver beloofd, maar dan moest hij wel het rijk van Karel verlaten. Die tactiek had weinig effect want Godfried ging gewoon door met plunderen! De strategie van bekering, belenen met grond en afkoop werd overigens ook op andere plekken in Europa gebruikt in de hoop dat kerken en kloosters met rust zouden worden gelaten. Karel De Dikke bleef niet lang aan de macht; verschillende stammen voelden zich aan hun lot overgelaten en kwamen in opstand waaronder de Alamannen en Beieren. Karel stierf berooid in het jaar 888. De Noormannen zijn hier maar een paar jaar geweest maar ze hebben hun sporen achtergelaten zoals het zwaard dat gevonden is hier in Neer.
De speer bevindt zich bij de (jacht)haven van Neer, waar ook het fiets- en voetveer van Neer in de zomer vaart.
Download de app
TIP: Deze locatie is onderdeel van Ode-aan-de-Maas
Bezoek ook het Bezoekerscentrum Leudal voor een replica van het zwaard. Het originele zwaard bevindt zich in het Limburgs Museum.